Lijst van bestekwerkers (1814 – heden) – interactief
Collectie & Kennis

Lijst van bestekwerkers (1814 – heden)

Chronologisch overzicht: Jaar – Zilversmid – Plaats – Periode werkzaam. Gebruik de zoekbalk of klik op een kolomtitel om te sorteren.

JaarZilversmidPlaatsPeriode werkzaamNotities
1814G. PeetersRotterdam1812–1817
1815H. J. SchrettenLeiden1812–18182× genoemd
1817G. C. van der LeeuwLeeuwarden1812–18293× genoemd
1819H. SmitsAmsterdam1815–1836Vermelding van jaar 1826
1824H. OverhulsmanAmsterdam1814–1832Vermelding van jaar 1825
1826R. Helweg Sr.Amsterdam1814–1827
1828A. van de Ven’s-Hertogenbosch1824–1853Vermelding van jaar 1829
1829H. HelwegAmsterdam1828–1858Vermelding van jaar 1839
1831R. Helweg & ZoonAmsterdam1829–1836Jaren: 1834, 1835
1833J. van de BroekAmsterdam1822–1860
1834J. H. C. A. BrinkerZwolle1828–1888
1835W. FrankenGouda & Rotterdam1815–1830
1836P. RienstraSneek1826–1844
1837J. M. van Kempen jr.Utrecht1835–1858Jaren: 1840, 1841, 1842
1837C. WendelsMiddelburg1828–1849
1838C. du CroixLeiden1829–1852
1838J. van NieuwcastelUtrecht1816–18542× genoemd; jaar 1839
1839A. HesselsBreda1829–1850
1840J. van KleefDen Haag1837–1876Jaren: 1840, 1865
1841H. M. BrandtAmsterdam1830–1864
1841Wed. H. RidderGroningen1833–1859
1842H. C. TullenersLeeuwarden1827–1859
1842J. van den BroekAmsterdam1822–1860
1843Gebr. VerheijenOudenbosch1823–1840
1846Grebe & GlazenerRotterdam1840–1849Vermelding van jaar 1848
1847J. B. van der HooftBreda1846–1880
1849J. van VorstRotterdam1845–1862Jaren: 1850, 1851, 1862
1853J. H. TarnerAmsterdam1840–1879Vermelding van jaar 1858
1853A. PelgromNijmegen1853–1871
1854H. A. SchussAmsterdam1820–1867Vermelding van jaar 1855
1855W. H. WoortmanAmsterdam1844–1875
1855J. G. GrebeRotterdam1827–1861Vermelding van jaar 1856
1856Lang & KoopsRotterdam1847–1864Jaren: 1857, 1858, 1860
1857J. L. RiedenbergGroningen1853–1878
1957H. AlardMaastricht1826–1918Waarschijnlijk 1857 (typefout in bron)
1858Oosterbaan Jr. & Sr.Leeuwarden1845–1859
1859S. RutgersArnhem1853–1867
1859A. RoelofsAmsterdam1841–1862
1860Gebr. van BroekAmsterdam1860–1877Jaren: 1864, 1871
1861Wed. HelwegAmsterdam1858–1862
1862J. H. Melis’s-Hertogenbosch1854–1875
1862E. A. van Gelder jr.Amsterdam1862–1881
1862H. S. de Leeuw’s-Hertogenbosch1849–1867
1863E. L. TullenersLeeuwarden1859–19002× genoemd
1863J. J. TorlauAmsterdam1858–1873
1864Van HarderwijkUtrecht1843–1902
1865G. Knoops & ZoonRotterdam1864–1881Jaren: 1866, 1878
1866Gebr. van HarderwijkUtrecht1843–1902
1866J. Noppen’s-Hertogenbosch1844–1872
1867Fa. van Kempen & ZoonVoorschoten1858–1924Jaren: 1868, 1873, 1877, 1881, 1887–1890, 1893, 1895–1903, 1905, 1907, 1908, 1911, 1914–1916, 1920, 1923
1867A. H. BesierBreda1844–1880Vermelding van jaar 1873
1870Wed. HelwegAmsterdam1869–1875
1876Wed. Helweg & ZoonAmsterdam1875–1879Vermelding van jaar 1876
1876J. H. DoornAmsterdam1875–1877
1877W. F. SchussAmsterdam1867–1883
1879J. W. TarnerAmsterdam1872–1910Jaren: 1878, 1879, 1904, 1905, 1909, 1911
1880R. J. FeenstraSneek1878–1893
1881Wed. van den BroekAmsterdam1879–1882
1881Fa. T. L. Uriot & ZoonAmsterdam1883–1891
1881Fa. Eversbag & van OutvorstAmsterdam1873–1892Juweliersmerk: Benten & Zonen
1882Wed. van den BroekAmsterdam1882–1888Jaren: 1883, 1894
1884J. de GrootRotterdam1851–1886
1885W & C BaksteenRotterdam1861–1889
1885C. J. BegeerUtrecht1868–1920Jaren: 1892, 1906
1886Baksteen & MiddendagRotterdam1861–1880
1888J. SchijfemaSneek1848–1902Vermelding van jaar 1890
1888Fa. BonnebakkerAmsterdam1891–1914
1888D. van OostenAmsterdam1892–1905
1889Wed. van den BroekAmsterdam1888–1891
1891J. W. van LeeuwenGouda1852–1891
1894Wed. H. Helweg & ZoonAmsterdam1891–1894Vermelding van jaar 1903
1894Wed. van den BroekAmsterdam & Delft1887–1899
1897D. van OutvorstAmsterdam1892–1905Vermelding van jaar 1904
1897Th. KeylardAmsterdam1884–1911
1899Fr. PluutSchoonhoven1896–1915Klein goed
1901R. W. KijlstraLeeuwarden1896–1943
1903Wed. H. HelwegAmsterdam1897–1912
1904L. van BenedenMaastricht1893–1920
1907H. E. OvingGroningen1905–1935
1913Gerritsen N.V.Zeist1908–1924Jaren: 1917–1924
1917Fa. P. ’t HartDen Haag1898–1924
1923v. Kempen, Begeer & Vos1920–1931Vermelding van jaar 1924
1925Zilverfabriek Voorschoten N.V.Voorschoten1925–1961Jaren: 1926, 1930, 1931, 1937, 1942, 1950, 1954
1927Gerritsen & Van KempenZeist1926–1961Jaren: 1928, 1929, 1931–1933, 1937–1940, 1954, 1959
1931L. J. LimburgAmsterdam1900–1931
1933Fa. A. J. DriessenSchoonhoven1923–1943Jaren: 1936, 1938, 1945
1934Fa. H. HooykaasSchoonhoven1924–1943Jaren: 1940, 1957, 1965, 1966, 1971, 1976
1959Gebr. T & J HuismanSchoonhoven1934–1959
1966Van Kempen & Begeer1964–2009Jaren: 1974, 1980
1996Huisman N.V.Schoonhoven1961–heden
1982Gerritsen N.V. (999/-)Zeist1968–heden

De vergeten wereld van Nederlandse bestekwerkers

We eten er dagelijks mee — vorken, messen en lepels — zonder dat we er nog bij stilstaan. Toch vertellen deze alledaagse gebruiksvoorwerpen een verhaal van eeuwenoud vakmanschap, verfijnde kunst en veranderende eetgewoonten. Eeuwenlang waren bestekwerkers een onmisbare schakel binnen de wereld van de zilversmeden. Zij gaven vorm aan wat wij vandaag vanzelfsprekend vinden: het bestek op tafel. Hun ambacht, ooit vol trots beoefend in kleine werkplaatsen in steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Schoonhoven, is vandaag de dag bijna verdwenen. Toch ademt elk oud zilveren lepeltje nog steeds de geest van hun meesters. Dit is het verhaal van die vergeten wereld — van vork tot vakmanschap.

De geboorte van een ambacht

In de 17e en 18e eeuw veranderde Europa in rap tempo. Handel, welvaart en cultuur bloeiden, en daarmee ook de behoefte aan luxe voorwerpen. De elite wilde haar rijkdom tonen — niet alleen met schilderijen of sieraden, maar ook aan de eettafel.

Waar men vroeger nog met de hand at of een eigen mes meebracht, verschenen nu rijk gedekte tafels met glanzend zilver bestek, speciaal ontworpen voor de vele gangen van het diner. In Nederland, waar steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Leeuwarden bloeiden, ontstonden gespecialiseerde ateliers: werkplaatsen waar ambachtslieden zich volledig toelegden op het maken van bestek.

Deze meesters noemde men bestekwerkers — een trots beroep binnen het gilde van de zilversmeden. Hun taak was niet eenvoudig: elk stuk moest perfect in balans zijn, praktisch in gebruik én sierlijk om te zien. De vorm, gravure en afwerking waren het resultaat van urenlang handwerk, geduld en ervaring.

Helweg Tafelzilver

De familie Helweg — een zilveren dynastie

Binnen deze wereld neemt de familie Helweg uit Amsterdam een bijzondere plaats in. Hun naam duikt op in de archieven vanaf 1753, en gedurende ruim twee eeuwen leverden zij zilveren bestek van topkwaliteit aan gegoede burgers en instellingen.

  • R. Helweg Sr. was een van de eerste meesters van de familie die actief was rond 1814–1827.

  • Zijn zoon H. Helweg zette de traditie voort tot in de tweede helft van de 19e eeuw.

  • Vervolgens werkten ook de weduwe Helweg en later Helweg & Zoon, waarmee het ambacht generaties lang levend werd gehouden — zelfs in moeilijke tijden.

Hun meestertekens — kleine symbolen die in het zilver werden geslagen — zijn vandaag nog altijd terug te vinden op antieke vorken, messen en lepels in musea en particuliere collecties.

De familie Helweg staat symbool voor de vele vaklieden die hun kennis van vader op zoon doorgaven. Elke zilveren vork was meer dan een gebruiksvoorwerp: het was een bewijs van kunde, traditie en familie-eer.

Zilver keurmerken Jaarletters

De taal van zilver: meestertekens, keurtekens en jaarletters

Een belangrijk aspect van dit ambacht was de controle op kwaliteit.
Om te garanderen dat een zilverstuk echt zilver was, kreeg het een keurmerk. Deze stempels — vaak piepklein — vertellen een schat aan informatie.

  • Het meesterteken liet zien wie het stuk maakte.

  • Het keurmerk (of waarborgteken) garandeerde dat het zilver een bepaalde zuiverheid had, vaak 925/1000.

  • En de jaarletter maakte het mogelijk om precies te achterhalen wanneer het stuk werd vervaardigd.

Deze drie elementen vormen samen de taal van het zilver.
Voor verzamelaars en historici zijn ze van onschatbare waarde. Een bestekdeel met het meesterteken van Van Kempen & Zoon of Helweg vertelt meer dan een datering — het vertelt over een tijd, een plaats en een ambachtelijke traditie.

Van ambacht tot industrie: zilver voor het volk

De industrialisatie aan het einde van de 19e eeuw bracht grote veranderingen.
Fabrieken maakten het mogelijk om bestek in grotere oplages te produceren. Merken als Van Kempen & Begeer, Gerritsen & Van Kempen, Gero en Keltum zetten nieuwe standaarden.

Het was de tijd waarin “zilver voor het volk” ontstond: verzilverd bestek dat betaalbaar werd voor de middenklasse. Toch bleef de verfijning van handwerkers onovertroffen. In plaatsen als Schoonhoven, de stad die bekendstaat als het centrum van de Nederlandse zilverkunst, hielden families als Hooykaas en Huisman de traditie in ere.

Zelfs in de 20e eeuw bleven sommige werkplaatsen trouw aan het oude ambacht.
Een prachtig voorbeeld is Huisman N.V. uit Schoonhoven, dat sinds 1961 nog altijd actief is — een levende schakel met het verleden.

Bestek Tafelzilver Zilver

Waarom dit vakmanschap bewaard moet blijven

In een tijd waarin producten massaal en goedkoop worden gemaakt, is het werk van de bestekwerker een herinnering aan een wereld waarin geduld, precisie en trots nog centraal stonden.
Handgemaakt zilver is niet alleen mooi, het is duurzaam — en het vertelt verhalen die generaties overspannen.

Misschien ligt er in uw besteklade een vork met een stempel van Helweg, Van Kempen of Hooykaas.
Kijk er nog eens goed naar: het is niet zomaar bestek.
Het is een klein kunstwerk, gesmeed door de handen van een vakman — een echo uit de tijd van vork tot vakmanschap.

 

 

 

 Bronnen

  • Nederlandse verantwoordelijkheidstekens sinds 1797 (1963–2021)

  • Zeist Zilverwerken (2004) – Annelies Krekel-Aalberse & Dr. Willem Voorthuysen

  • Gero zilver voor het volk (2002) – Rosalie Egmond

  • Twee eeuwen tafelzilver (Helweg 1753–1965) (1993) – Barend J. van Benthem